Met de toenemende inclusie en diversiteit in de klas worden onderwijzers/coaches en begeleiders (hierna voor het schrijfgemak "onderwijzers" genoemd) tegenwoordig geconfronteerd met verschillende uitdagingen. Onderwijzers moeten zich aanpassen, uitdagingen overwinnen en differentiëren om ervoor te zorgen, dat alle kinderen toegang hebben tot een veilige omgeving waarin ieder kind kan leren op een manier die het beste bij hem past.
Allerlei uitdagingen komen op je pad als onderwijzer. In een klas met diverse kinderen komen verschillende leerstijlen en behoeften naar voren. Met een grote diversiteit aan achtergronden en mogelijkheden kunnen gedragsmanagementuitdagingen toenemen. Hierdoor moeten onderwijzers verschillende gedragsstrategieën inzetten om een positieve en inclusieve leeromgeving te bevorderen en te zorgen dat het gedrag van alle kinderen passend is.
Een inclusieve leeromgeving streeft ernaar om een diverse groep kinderen te verwelkomen en te ondersteunen. Een belangrijk aspect van deze diversiteit is neurodiversiteit.
Neurodiversiteit verwijst naar de variatie in de manier waarop mensen denken, leren en informatie verwerken. Het omarmen van neurodiversiteit in de klas brengt uitdagingen met zich mee. Dit artikel verkent de impact van neurodiversiteit op het leerproces en biedt strategieën en benaderingen om kinderen met diverse denkstijlen effectief te begeleiden.
Om neurodiverse kinderen effectief te kunnen begeleiden, is het essentieel om een goed begrip te hebben van verschillende neurodiverse aandoeningen, zoals autismespectrumstoornis (ASS), aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD), dyslexie en dergelijke. Het vergroten van kennis en bewustzijn helpt onderwijzers om de unieke behoeften en sterke punten van elk kind te herkennen. Het is daarom van essentieel belang dat de communicatie en samenwerking met
ouders, mede-onderwijzers en specialisten goed is. Het delen van informatie, het begrijpen van individuele ondersteuningsplannen en het afstemmen van benaderingen helpt om consistente ondersteuning te bieden en de voortgang van de kinderen te bevorderen.
Door problemen te bespreken en samen oplossingen te zoeken, kan in de klas, maar ook bijvoorbeeld thuis op dezelfde manier aan dezelfde oplossing gewerkt worden.
Een goede afstemming versnelt het leerproces en houdt het probleem klein.
Onderwijzers hebben mogelijk behoefte aan aanvullende professionele ontwikkeling en ondersteuning om effectief om te kunnen gaan met de uitdagingen van een inclusieve leeromgeving. Het is fijn als op de hoogte te blijven van best practices, inclusieve lesmethoden en strategieën voor een gedifferentieerde lesmethode.
Neurodiverse kinderen hebben vaak behoefte aan individuele ondersteuning en aanpassingen om optimaal te kunnen leren. Om aan de specifieke behoefte van het kind tegemoet te komen is differentiatie van lesmateriaal, het bieden van extra structuur, visuele ondersteuning en het gebruik van technologie erg helpend. Op dit moment is er ontzettend veel ondersteunend materiaal te verkrijgen. Zo kun je gebruik maken van visuele hulpmiddelen, hands-on activiteiten, multimodale instructie en differentiatie van opdrachten.
Het bevorderen van een veilige inclusieve omgeving is cruciaal. Kinderen leren makkelijker als ze zich prettig voelen en er een veilige omgeving ligt aan de basis. Dit kan worden bereikt door het creëren van bewustwording en acceptatie bij alle kinderen.
De vraag is dan: Hoe leer je kinderen, met verschillende mogelijkheden en beperkingen, gedrag dat acceptabel is voor iedereen in de klas?
Het aanleren van gedragsregulatie aan kinderen, met begrip dat bepaald gedrag passend is in sommige situaties maar niet in alle (discriminatie-training), kan een uitdaging zijn. Hieronder enkele tips die kunnen helpen bij het aanleren van dit concept:
Heldere communicatie: Zorg voor een duidelijke en eenvoudige communicatie met het kind, waarbij je de nadruk legt op specifieke gedragingen en de context waarin ze passend zijn. Gebruik eenvoudige taal en visuele ondersteuning zoals pictogrammen of gebaren om de boodschap te versterken. (zie het boek: De Stoeikruimelmethode: inzetten van pictogrammen)
Modelgedrag: Demonstreer het gewenste gedrag zelf en benadruk het belang ervan in verschillende situaties. Kinderen leren vaak door observatie, dus laat zien hoe je je gedrag aanpast aan verschillende omstandigheden. (Zie de les: voordoen vs zelf uitlaten zoeken).
Social story's: Maak gebruik van social story's of visuele verhalen om het kind te helpen begrijpen wanneer bepaald gedrag wel en niet gepast is. Beschrijf verschillende situaties en geef duidelijke voorbeelden van wat wel en niet acceptabel is.
Rollenspellen: Speel rollenspellen waarbij het kind verschillende situaties kan ervaren en oefenen met het juiste gedrag. Dit helpt hen om empathie te ontwikkelen en inzicht te krijgen in hoe hun gedrag anderen kan beïnvloeden. (Zie de les: voordoen vs zelf uitlaten zoeken)
Beloningssysteem: Gebruik een beloningssysteem om positief gedrag te versterken. Beloon het kind wanneer het zich bewust aanpast aan de situatie en het gewenste gedrag vertoont. Dit kan motiverend werken en hen aanmoedigen om hun gedrag aan te passen.
Herhaling en consistentie: Het aanleren van gedragsregulatie vergt tijd en herhaling. Zorg voor consistente verwachtingen en herhaal de lessen regelmatig. Bied veel oefening en feedback aan om het begrip te versterken. In het boek: De Stoeikruimelmethode staat een voorbeeld van een situatie waarbij ruzie ontstaat omdat kinderen niet met elkaar willen spelen. Het ene kind heeft nog niet de vaardigheid om het op een goede manier te vragen. Het andere kind snapt niet hoe het duidelijk moet maken, dat het niet gewenst is. Door de ontbrekende vaardigheden op waarde te schatten, te benoemen wat je ziet, ontstaat er een leersituatie, waar beide partijen hun eigen ontbrekende vaardigheid kunnen leren. Dit onderwerp komt ook terug bij de cursus leermomenten ontdekken en alles is een leermoment. Het meest succesvol ben je als je taken en vaardigheden goed weet te scheiden bij het aanleren van vaardigheden. Zie les: taken en vaardigheden.
Individuele ondersteuning: Geef individuele ondersteuning aan het kind, rekening houdend met zijn specifieke mogelijkheden en beperkingen. Pas de aanpak aan op basis van de behoeften en leerstijl van het kind.
Als de doelgroep er aan toe is, kunnen onderwijzers met de groep een discussies organiseren over neurodiversiteit, stereotypen en het belang van inclusie. Het aanmoedigen van peer-support en begrip draagt bij aan een positieve en ondersteunende leeromgeving.
In een klas met een diversiteit aan kinderen is elk moment een leermoment, omdat denkpatronen zover uit elkaar liggen. Door dit te omarmen is de oplossing altijd dichtbij en is er veel te leren.
Comments