top of page
Foto van schrijverSimone Cieraad

Mindfulness, echt niet, afschuwelijk!

Bijgewerkt op: 3 okt.

Als je last hebt van angst of loop je alleen maar te tobben, ben je overprikkelt of te zenuwachtig om je taken te volbrengen, dan is vaak het advies om aan mindfulness te doen. Je hoort dan mensen vertellen over in het moment zijn, kalm worden, stil zitten, heerlijk tot rust komen e.d.

Aan de andere kant hoor je ook mensen totaal in de weerstand gaan. Na jubelverhalen van anderen hebben ze het een keer geprobeerd en hebben besloten het nooit meer te willen doen. Dit was voor hun, afschuwelijk!



Hoe komt dat?

Het komt door Lucy. Je kan Lucy zien als voorouder van ons allemaal. Iedereen heeft DNA van Lucy. Lucy was in 1974 het meest volledige bekende skelet van een mensachtige ouder van een half miljoen jaar. Ze was ongeveer 107 centimeter en 20 kilo zwaar. Naar alle waarschijnlijkheid perfect op haar omgeving aangepast, want overleven tussen de sabeltandtijger of een holenbeer is geen sinecure.


Mensen zijn gemaakt om gevaar te detecteren. Logisch, het is wel de bedoeling dat je het allemaal overleefd.

Lucy bezat twee erg goede eigenschappen namelijk het detecteren van gevaar en daar voor in de toekomst een goede neus voor krijgen. M.a.w.: ze ontdekte het gevaar en kon daar voor vluchten, er tegen vechten of verstoppen en tevens kon zij daar patronen voor maken. De volgende keer herkende ze het eerder en wist ze precies wat ze moest doen. Hele goede eigenschappen omdat ze daarmee niet elke keer opnieuw hoefde te ontdekken dat de sabeltangtijger haar wel een lekker hapje vond en wat ze kon doen om deze ellende te vermijden.


Het bracht haar veiligheid. Door deze patronen in te slijten kreeg ze een vast patroon van leven. Vast patronen waarvan ze overtuigt raakte, dat juist die vaste patronen haar in leven hielden. Super handig. Door vaste patronen worden verandering van de situatie beter opgemerkt wat inhoud dat verandering van situatie in eerste instantie gekoppeld is  aan onveiligheid totdat het tegendeel zich heeft bewezen.


Nu kent het lichaam niet zo veel uitingsvormen aan gevoelens. Bijvoorbeeld als je het koud hebt, krijg je kippenvel, maar ook als je in een te warm bad stapt krijg je kippenvel.

Als je bang bent is dat een staat van opwinding van je lichaam, dat als je het gaat bestuderen heel erg lijkt op het gevoel als je opgewonden bent doordat er een leuke verrassing op je staat te wachten. Hierdoor lijken negatieve gevoelens heel erg op positieve gevoelens. Of nog strikter gezegd zijn ze hetzelfde.


Mensen rennen soms gillend weg

Nu terug naar de mindfulness oefeningen. Wanneer je mindfulness oefeningen gebruikt om je overprikkeld zenuwstelsel tot rust te brengen, kan de verandering van altijd aan staan naar in één keer stil te staan voor het lichaam opgemerkt worden als onveiligheid. Het is een verandering van het patroon waar het lichaam zo aangewend is. Dus gaat het terug naar de oer techniek van Lucy. Dit kan betekenen dat mensen gillend willen wegrennen, zich gaan verzetten of zich erg angstig voelen tijdens een mindfulness oefening waar je ook niet stil bij moet zitten. Gepaard met allerlei lichamelijk symptomen die gelabeld worden als onprettig snap ik dat je het op een lopen zet en nooit meer aan mindfulness wilt beginnen.

Het kan ook anders. Hoe dan?

Bewegen. Er zijn verschillende bewegingsvormen die mindfulness in zich dragen. Denk aan bijvoorbeeld Qigong, houthakken, klussen of tuinieren.

Mindfulness betekent een hoofd vol.

Nu hoor ik je zeggen: ‘Maar het is toch de bedoeling dat je je hoofd leeg maakt.’ Klopt, maar mindfulness is je hoofd vol met 1 ding en de rest even laten voor wat het is.  Als je toch afdwaalt met je gedachte kun je je weer concentreren met wat je bezig bent. Doordat je beweegt is de kans kleiner dat je continue in je hoofd zit. Het wordt dan eerder lekker stil dat in die bovenkamer.


Wanneer je beweegt, vooral bij intensievere fysieke activiteiten, is je brein sterk gericht op het coördineren van bewegingen, het in balans houden van je lichaam, het aansturen van spieren en het verwerken van zintuiglijke input. Dit vereist een aanzienlijke hoeveelheid cognitieve en neurologische middelen. Hier zijn een aantal redenen waarom je tijdens beweging minder kunt denken:

  1. Cognitieve belasting en focus: Beweging, vooral als deze complex is of concentratie vereist (zoals sporten, dansen of het uitvoeren van een klus), vraagt om een gerichte aandacht. Je hersenen zijn dan bezig met het coördineren van je bewegingen en zorgen ervoor dat je veilig en effectief beweegt. Dit laat minder ruimte over voor diep nadenken of complexe mentale taken.

  2. Verhoogde sensorische input: Tijdens beweging verwerkt je brein continu sensorische input zoals zicht, geluid, evenwicht en proprioceptie (je bewustzijn van je lichaam in de ruimte). Deze verhoogde sensorische activiteit kan je mentale capaciteit vullen, waardoor er minder ruimte overblijft voor andere gedachten.

  3. Endorfine en andere chemische stoffen: Beweging, vooral fysieke inspanning, leidt tot de afgifte van endorfines en andere neurotransmitters zoals dopamine en serotonine. Deze stoffen verbeteren je stemming en helpen stress te verminderen, maar ze kunnen ook de focus verschuiven van nadenken naar simpelweg 'zijn' en genieten van de activiteit.

  4. Verhoogde hartslag en ademhaling: Bij intensieve beweging verhoogt je hartslag en ademhaling. Je lichaam richt zich op het ondersteunen van deze lichamelijke veranderingen, zoals het zuurstofrijk houden van je bloed en het afvoeren van afvalstoffen. Deze fysieke aanpassingen kunnen ook een impact hebben op je mentale energie en ruimte om diep na te denken.

  5. Flow en mindfulness: Beweging, vooral als het repetitief is of een zekere ritmische kwaliteit heeft, kan je in een flow-toestand brengen waarin je meer gefocust bent op de activiteit zelf dan op nadenken. Deze toestand van 'flow' of mindfulness maakt dat je minder geneigd bent om je bezig te houden met piekeren of nadenken over andere zaken.

  6. Concurrentie om hersenenergie: De hersenen hebben een beperkte hoeveelheid energie en middelen. Wanneer een groot deel hiervan wordt toegewezen aan de motorische cortex en andere delen van de hersenen die betrokken zijn bij beweging, blijft er minder over voor hogere cognitieve functies zoals reflectie en probleemoplossing.


Deze mechanismen zorgen ervoor dat je tijdens beweging vaak minder piekert of bezig bent met nadenken, waardoor fysieke activiteit ook een effectief middel kan zijn om je hoofd leeg te maken en mentaal tot rust te komen.


Dus wil je toch nog een keer mindfulness proberen, vraag je docent om een bewegingsoefeningen om mee te beginnen. Het is fijn, goed voor je lijf en op dit manier wordt de mindfulness oefening een geslaagde ervaring.


Op de pagina werkboeken staan 3 mindfulness oefeningen die je elke dag kan doen. Klik hiervoor hier.


Veel plezier.

20 weergaven1 opmerking

1 Comment


Mooie wijze les, dankjewel!

Like
bottom of page